Op een dag kwam Abimelech bij Abraham, samen met zijn legeraanvoerder Pichol. ‘God blijkt u ter zijde te staan bij alles wat u onderneemt,’ zei hij. ‘Zweer mij daarom bij God, hier op deze plaats, dat u mij, mijn kinderen en kindskinderen nooit zult bedriegen, maar dat u mij en het land waar u gastvrijheid geniet, evenveel loyaliteit zult tonen als u van mij hebt ondervonden.’ ‘Dat zweer ik,’ zei Abraham. Maar wel maakte hij Abimelech verwijten over een waterput die Abimelechs knechten zich hadden toegeëigend. ‘Ik weet niet wie dat heeft gedaan,’ zei Abimelech. ‘U hebt er mij niets over gezegd en ik hoor er nu voor het eerst van.’ Toen schonk Abraham schapen, geiten en runderen aan Abimelech en sloten zij een bondgenootschap. Zeven ooilammetjes zette Abraham apart. ‘Wat hebben die zeven lammetjes te betekenen die u apart hebt gezet?’ vroeg Abimelech hem, en hij antwoordde:

‘Door die zeven ooilammetjes van mij aan te nemen erkent u dat ik deze put hier heb gegraven.’

Omdat zij daar een eed zwoeren heet die plaats Berseba. Zo sloten zij in Berseba een bondgenootschap. Daarna ging Abimelech met zijn legeraanvoerder Pichol terug naar het land van de Filistijnen. Abraham plantte in Berseba een tamarisk en riep er de naam van de HEER, de eeuwige God, aan. Hij woonde lang als vreemdeling in het land van de Filistijnen.

Loading

Lees ook deze Berichten:

Genesis 36:1-19 Nakomelingen van Esau 1
Genesis 41:34-46 De droom van de farao 3
Genesis 18:1-15 Sodom en Gomorra 1
Genesis 47:15-27 Jakob met al zijn nakomelingen na...
Genesis 17:1-14 Verbond tussen God en Abram 1
Genesis 46:16-30 Jakob met al zijn nakomelingen na...
Genesis 19:15-26 Sodom en Gomorra 5
Genesis 24:1-14 Een vrouw voor Isaak 1
Genesis 16:1-16 De geboorte van Ismaël
Genesis 41:47-57 De droom van de farao 4
Genesis 9:1-17 Noach 6
Genesis 30:19-32 Jakob bij Laban 5
Genesis 15:1-11 Abrams visioen 1
Genesis 6:1-4 Vermenging van goden en mensen
Genesis 38:1-14 Juda en Tamar 1
Genesis 34:1-12 Dina en Sichem 2
Genesis 29:31-35 Jakob bij Laban 3
Genesis 3:14-24 De tuin van Eden 4
Genesis 4:1-16 Adams zonen 1
Genesis 22:15-19 Abraham op de proef gesteld 2
Genesis 43:26-34 Jozefs broers opnieuw in Egypte 3
Genesis 35:1-15 Jakob opnieuw in Betel 1
Genesis 26:23-33 Isaak en Rebekka in Gerar 3
Genesis 41:1-16 De droom van de farao 1
Genesis 28:10-22 Jakobs droom in Betel
Genesis 5:21-32 Van Adam tot Noach 2
Genesis 2:15-25 De tuin van Eden 2
Genesis 24:45-57 Een vrouw voor Isaak 4
Genesis 2:5-14 De tuin van Eden 1
Genesis 48:13-22 Jakobs levenseinde 3
Genesis 11:1-9 Babel
Genesis 50:22-26 Jozefs dood
Genesis 42:29-38 Jozefs broers in Egypte 3
Genesis 39:21-23 De dromen van schenker en bakker ...
Genesis 24:31-44 Een vrouw voor Isaak 3
Genesis 43:1-14 Jozefs broers opnieuw in Egypte 1
Genesis 42:1-17 Jozefs broers in Egypte 1
Genesis 14:14-24 Lot door Abram bevrijd 2
Genesis 32:17-22 Jakob oog in oog met Esau 2
Genesis 31:31-42 Jakob bij Laban 9
Genesis 26:1-11 Isaak en Rebekka in Gerar 1
Genesis 19:27-38 Sodom en Gomorra 6
Genesis 12:1-9 Abram naar Kanaän
Genesis 19:1-14 Sodom en Gomorra 4
Genesis 39:1-8 Jozef en de vrouw van Potifar 1
Genesis 41:17-33 De droom van de farao 2
Genesis 26:12-22 Isaak en Rebekka in Gerar 2
Genesis 42:18-28 Jozefs broers in Egypte 2
Genesis 4:17-26 Adams zonen 2
Genesis 7:17-24 Noach 3
Genesis 1:20-31 De schepping van hemel en Aarde 2
Genesis 3:1-13 De tuin van Eden 3
Genesis 27:1-19 Jakob ontneemt Esau de zegen 2
Genesis 8:1-14 Noach 4
Genesis 45:1-9 Jozefs broers opnieuw in Egypte 7
Genesis 40:1-15 De dromen van schenker en bakker 2
Genesis 49:16-33 Jakobs levenseinde 5
Genesis 37:26-36 Jozef verkocht en naar Egypte geb...
Genesis 25:1-11 Abrahams levenseinde
Genesis 17:15-27 Verbond tussen God en Abram 2
Genesis 31:17-30 Jakob bij Laban 8
Genesis 21:14-21 Isaak en Ismaël 2
Genesis 31:1-16 Jakob bij Laban 7
Genesis 8:15-22 Noach 5
Genesis 48:1-12 Jakobs levenseinde 2
Genesis 27:20-33 Jakob ontneemt Esau de zegen 3
Genesis 44:1-13 Jozefs broers opnieuw in Egypte 4
Genesis 36:31-43 Nakomelingen van Esau 3
Genesis 10:21-32 Nakomelingen van Noachs zonen 2
Genesis 26:34-35 Jakob ontneemt Esau de zegen 1
0Shares